Comunidade

Nieuw syndroom ontdekt...

IN DE GENEN VAN RUBINSTEIN-TAYBI SYNDROOM

Menke-Hennekam syndroom

newSyndrome.jpg

Artsen dachten altijd dat een verandering in het gen EP300 of CREBBP alleen het Rubinstein-Taybi-syndroom kon veroorzaken. Dat leek inderdaad het geval totdat nieuwe technieken lieten zien dat een verandering in CREBBP of EP300 ook werd gevonden bij verschillende kinderen die niet de karakteristieke kenmerken, zoals de brede duimen en brede grote tenen van het Rubinstein-Taybi syndroom vertoonden (Fig. 1).

Omdat zowel families als artsen van over de hele wereld gewend waren om prof Raoul Hennekam vragen te stellen over Rubinstein- Taybi-syndroom, begon Raoul veel e-mails van collega's over deze kinderen te ontvangen. Raoul vroeg mij vervolgens om de kenmerken van de kinderen met hem te bestuderen, wat resulteerde in het eerste wetenschappelijke artikel over 11 kinderen/volwassenen met het nieuwe syndroom [Menke et al., 2016]. Twee jaar later volgde nog een artikel over 13 andere mensen [Menke et al., 2018].

Collega’s hebben onlangs de nieuwe aandoening ‘Menke-Hennekam syndroom’ genoemd naar ons als ontdekkers. Het is fijn voor de families dat de aandoening nu een naam heeft. 

Er zijn nu 60 kinderen en volwassenen met Menke-Hennekam syndroom bekend bij ons en daar komen elke maand nieuwe kinderen en volwassenen bij. De kinderen hebben een ontwikkelingsachterstand, verstandelijke beperking en/of leerproblemen van wisselende ernst. Bij verschillende kinderen is autisme of gedrag dat op autisme lijkt aanwezig en verschillende personen hebben een verminderde visus (gezichtsvermogen) en/of een verminderd gehoor.

Andere kenmerken zijn onder andere kleine lengte, kleine schedelomtrek, voedingsproblemen, epilepsie, terugkerende infecties van de bovenste luchtwegen en scoliose en/of kyfose (kromming van de rug). Een deel van de kinderen heeft uiterlijke kenmerken die het tegenovergestelde zijn van die van kinderen met Rubinstein- Taybi syndroom, met oogleden die naar de zijkant toe omhoog lopen, een kort neusje en dunne, lange vingers. We denken dat dit mogelijk komt doordat de verandering in het DNA een tegenovergesteld effect heeft.

CREBBP en EP300

Zoals jullie misschien weten, bevat elke levende cel in het menselijk lichaam DNA, dat op zijn beurt veel verschillende genen bevat. Elk gen bevat de code voor een specifiek eiwit. Dit eiwit heeft vervolgens een bepaalde functie in het lichaam. De eiwitten CREBBP en EP300 lijken erg op elkaar (zie Fig. 2A en B).

Beide eiwitten hebben een belangrijke rol bij het aanpassen van de activiteit van vele andere genen en eiwitten in verschillende weefsels door het hele lichaam.

Zoals jullie in de onderstaande afbeelding kunnen zien, hebben de personen met het Menke-Hennekam syndroom (elk individu wordt afgebeeld met een rode stip bovenaan elke figuur) een verandering in CREBBP of EP300 op een locatie rondom de ZNF2- en ZNF3-domeinen. Personen met het Rubinstein-Taybi-syndroom (in blauw, onderaan elke figuur) hebben een verandering op een andere locatie in CREBBP of EP300.

newSyndrome2.png
newSyndrome3.png

Plannen voor verder onderzoek Samen met het team van Stephen Robertson, een professor in de klinische genetica die een succesvol laboratorium heeft in Nieuw-Zeeland, zijn we begonnen om het effect van de veranderingen in de CREBBP/EP300 te bestuderen. Om dat te kunnen doen, proberen we cellen via een huidbiopt te verzamelen op het moment dat kinderen toch al om een andere reden geopereerd worden (aangezien ze er dan geen enkele last van hebben). We willen in huidcellen kijken hoeveel van de eiwitten CREBBP en EP300 gemaakt worden en hoe hun functie is. We vergelijken de resultaten met huidcellen van kinderen en volwassenen met Rubinstein-Taybi syndroom, zodat we de verschillen goed kunnen zien.

Bij sommige kinderen is het niet zo duidelijk of ze nou Rubinstein-Taybi of Menke- Hennekam syndroom hebben. Daarom zijn we ook bezig om een test te maken die goed kan laten zien welk van beide syndromen een kind heeft. Dit doen we door gebruik te maken van het DNA dat opgeslagen ligt in het laboratorium waar het eerste DNA onderzoek werd uitgevoerd. We zouden om die reden ook graag van 10 kinderen met RTS het opgeslagen DNA willen opvragen.

Door meer kinderen met het nieuwe syndroom te leren kennen, en de resultaten van het laboratoriumonderzoek te combineren, proberen we nog beter kenmerken van het syndroom te achterhalen. Vervolgens zullen we richtlijnen voor optimale zorg en follow-up maken zodat artsen en andere hulpverleners wereldwijd weten hoe ze zo goed mogelijk de kinderen en gezinnen kunnen begeleiden.

Mee helpen?

Als u mee zou willen helpen aan deze onderzoeken, door het ons door te geven als uw kind binnenkort geopereerd gaat worden en/of door ons toestemming te geven om een deel van het opgeslagen DNA op te vragen, dan zouden we dat heel fijn vinden. In dat geval kunt u mij dit laten weten via onderstaande contactgegevens.

Update

Wanneer er meer bekend wordt, zal ik in de EnzovooRTS daar opnieuw verslag van uitbrengen!

Leonie Menke

Kinderarts Amsterdam UMC en Coördinator Amsterdam Expertisecentrum voor Ontwikkelingsstoornissen (AECO).
Foto Nienke Elenbaas

Source:
Histórico da página
Modificado por Andrea Morales em 2022/11/22 11:28
Criado por Gerritjan Koekkoek em 2022/04/28 15:22

Sobre o conteúdo do sítio web

 

Toda a informação contida neste WebSite é apenas para fins educativos. O local para obter aconselhamento médico específico, diagnósticos e tratamento é o seu médico. A utilização deste site é estritamente por sua conta e risco. Se encontrar algo que considere necessário corrigir ou esclarecer, por favor informe-nos em: 

Envie um e-mail: info@rtsyndroom.nl